Pagina's

zaterdag, juni 19, 2010

Schrijft...

Corinna Hasofferett schrijft in het Hebreeuws literaire fictie en non-fictie en ontvangt een stipendium van het Yaddo en Ledig Genootschap.

Zij ontving eerder prijzen, toelagen en onderscheidingen van: de Fine Arts & Literature Grants (1998, 1999, 2000) van de Tel-Aviv Foundation; de Arichaprijs (voor Revelation); de publicatieprijs van de Hebreeuwse Schrijversbond; een subsidie van het Institute for Translations of Hebrew Literature Translation Grants

de New Israel Fund Wyner prijs;
de Institute for a Better Israel Award;
de Israel Foreign Ministery travel grant naar Egypte;
de BCLA (British Comparative Literature Association) Publication Honor; (for Revelation);
de President of Israel Amos Grant
en recentelijk van het Ministry of Culture de Creativity Grant.

In 1975 bracht Corinna Hasofferett gedurende een half jaar Palestijnse en Joods-Israelische kunstenaars, componisten en schrijvers bijeen voor tweewekelijkse ontmoetingen en activiteiten in Galilee.

In 1984 stichtte zij HILAI, het Israelische Centrum voor de Scheppende Kunsten. Zij leidde deze not-for-profit stichting gedurende elf jaar. In die periode runde de stichting twee internationale kunstenaars- en schrijverskolonies in Galilee en de Negev en werden er meer dan vijfhonderd vredesontmoetingen georganiseerd, alsmede werk- en studiebijeenkomsten in kunst, literatuur en muziek.

Haar werk is in vertaling gepubliceerd in literaire tijdschriften en magazines, zoals Partisan Review, International Quartely. Pen Israel Anthology, Jacket, The Richmond Review, Masthead, Patchword e.a.

In september 2002 las zij :Noffey Haneffesh" (ONCE SHE WAS A CHILD), een boek met gesprekken tussen internationale vrouwelijke auteurs bij de Britisch Association of Slavic and Eastern European Studies, Mansfield College, Oxford, U.K.

donderdag, oktober 07, 2004

Intifada

Er kwam een politieman op met de rang van hoofdinspecteur, die vroeg: Zit jij in ienst? Ik antwoordde ja. Hij vroeg om mijn identiteitsbewijs. Ik rommelde in mijn spullen om mijn identiteitsbewijs te zoeken. Tegelijkertijd hield ik een bord vast met de tekst Ik wil geen bezetter zijn; en ik vroeg een meisje, ik geloof dat het Sjiri was, of ze het bord voor me wilde vasthouden. Toen toen zei hij tegen haar: Ik praat met hem, zie je dat niet? Wil je niet storen? Dat was natuurlijk omdat ik iets naar achteren was gegaan om in mijn spullen te rommelen. Hij dacht dat ik probeerde te ontsnappen. Ik vond het identiteitsbewijs en liep ermee naar hem toe.
Er stond op dat ik onderofficier was.
Hij zei: Goed, kom maar met mee.
Ik probeerde te vragen of dat echt nodig was, maar hij zei: Kom mee.
We staken meteen de weg over.
O ja, voordat we weggingen, zei Karin nog vlug: Wacht even, en ze wuifde me zo gedag.
Aan de overkant van de weg verscheen Jehoeda. Hij vroeg: Wat doen jullie met hem? Ze zeiden: Maak dat je wegkomt! En hij zei: Ik vraag alleen maar wat er met hem gebeurt?
Er kwamen leden van de militaire politie op me af, de hoogste was majoor, maar er waren ook een paar onderoffcieren bij. Ze vroegen me van alles, bijvoorbeeld: Waarom heb je geen pasje om de kazerne te verlaten? Ik had ook echt geen pasje. Ze zeiden: Moet je nu niet bij je eenheid zijn? En als je soldatenkistjes draagt, waarom ben je dan niet gewoon in uniform?

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Onderstaande is een fragment uit een novelle "Sodot". Het werk van Corinna is tot nu toe niet in het Nederlands vertaald, wel zijn een aantal van haar boeken in het Engels vertaald. De Nederlandse vertaling van het fragment is van de hand van Hilde Pach.